Tijdens het schrijven van haar scriptie over Monty Python’s Flying Circus, bedacht Nathalie Le Blanc dat professioneel scriptieschrijver haar ideale beroep zou zijn. Maar dat is illegaal, dus werd ze journalist. Ze werkte 16 jaar als freelancer voor bladen als Libelle en Feeling, en voor weekendbijlages van kranten als De Morgen en De Standaard.Daarnaast schreef ze ook een vijftal boeken als ghostwriter, iets wat verrassend dicht bij die thesis-droom kwam. Sinds februari 2016 werkt ze als redacteur en coördinator Human Intrest op de redactie van Knack Weekend.
Ze woont haar hele volwassen leven alleen, vandaar ook haar interesse in het onderwerp. Met Solo schreef ze haar eerste non-fictie boek, waarin ze op zoek ging naar het antwoord op de vraag waarom vandaag steeds meer mensen alleen wonen en wat dat betekent voor die alleenwoners en voor de maatschappij.
In mei 2017 verscheen haar eerste fictieboek, Weg van Jou, in 2018 volgde Liefde van Je Leven, allebei onder het pseudoniem N.I.Monteny.
In mei 2021 verscheen haar derde roman, Op Zoek naar Ida, deze keer onder haar eigen naam.
Inspiratie kwam van haar grootmoeder Iréne Monteny. ‘Ik groeide op bij mijn grootmoeder Iréne en zij vertelde vaak over de oorlogsjaren die ze als vluchteling in Cardiff doorbracht. Het waren de mooiste van haar leven, zei ze. Ze was vijftien toen ze met haar ouders voor de oprukkende Duitse troepen het Kanaal over vluchtte, op de Lindbergh, het visserschip van haar broer. De bombardementen en de rantsoenering waren zwaar, maar tegelijk ging er in Cardiff een wereld voor haar open. Ze leerde er stoïcijnse Britten, behulpzame Sikhs en Amerikaanse soldaten van alle mogelijke achtergronden kennen, werkte onder andere voor het Amerikaanse Rode Kruis en was er vrijer dan ze in Oostende ooit geweest was. Ik wilde al lang over haar ervaring schrijven en ook al lijkt Ida in niets op mijn memé Iréne, ze leeft wel in hetzelfde universum. Ik ben ook gefascineerd door hoe generaties met elkaar omgaan en hoe weinig we soms weten over wat voor mensen onze ouders en grootouders waren toen ze jong waren. Vandaar dat ik er ook een hedendaags luik aan heb gebreid, waarin we de jonge Cato volgen die dankzij de zoektocht naar haar oma in de voor haar onbekende kunstwereld terechtkomt.’